In Grote Kerk woont al 560 jaar een groene man
CultuurBREDA - Het is dat stadsgids en amateurhistoricus Jan Korebrits bezig was met de voorbereiding van de muzikale lezing ‘Koorbanken & Koorklanken’, anders had de Groene Man wellicht nog verstopt gezeten in de Grote Kerk.
Deze groene man is niet de hulk, laat dat duidelijk zijn. “Een Groene Man wordt zo genoemd omdat bij dergelijke versieringen uit ogen, oren en mond takken of bomen vertrekken.”
Bij de Groene Man in de Grote Kerk is dat wat minder uitbundig. Hij heeft alleen een twijg in zijn mond. De man is een beschermingssymbool dat in de middeleeuwen vaker op muren en pilaren van kerken en andere gebouwen werd aangebracht. “Er zijn allerlei legendes. In de middeleeuwen dacht men dat de man de boze geesten zou verdrijven met zijn woeste uiterlijk. Een andere legende zegt dat het verband houdt met mannelijke aardse energie.”
In Breda is de man uitgesneden in de zijkant van een koorbank. “Ik heb hem ontdekt omdat ik de tekening die eronder stond graag wilde fotograferen”, vertelt Korebrits. “En toen zag ik hem.” Toevallig dus. “Hij is aangebracht in een van de tussengangen naar de hoogste koorbank, hij zit aan de zijkant. Als je er recht voor staat zie hem niet.”
Korebrits is bescheiden. “Ik zeg niet dat ik hem ontdekt heb. Ik constateer alleen dat hij niet beschreven is in de twee standaardwerken die we hiervan kennen. Ook twee grote kenners van de kerk kenden hem niet, Willem van der Vis en Walter van de Garde.”
Overigens dacht Korebrits eerst nog aan een speelse handtekening van een houtsnijder. “De handtekening van de maker. Maar dat gebeurde echter pas vanaf 1520. Van de Garde wist meteen dat het een Groene Man was.”
De afbeelding in het houtsnijwerk dateert van ongeveer 1450. Tijdens de muzikale lezing, op 28 en 29 december om 15.00 uur, vertelt Korebrits in het hoogkoor van de Grote Kerk uitgebreider over de achtergronden van de Groene Man. Kamerkoor Cantecleer onder leiding van Geert van den Dungen zorgt voor de muzikale begeleiding. Bijwonen kost €10.
