Bluesmuzikant Jan de Bruin uit Zundert. 14 november presenteert hij zijn CD The Long Way Home in Mezz.
Bluesmuzikant Jan de Bruin uit Zundert. 14 november presenteert hij zijn CD The Long Way Home in Mezz.

‘Breda Jazz is voor mij feest der herkenning’

Cultuur

BREDA - Honderden muzikanten toveren vanaf woensdag 13 mei Breda weer vier dagen lang om tot Jazz-hoofdstad van Nederland. Wat betekent het festival voor de muzikant en wat moeten we zeker niet missen. Dat vertelt Jan de Bruijn, die dit jaar drie keer op het festival speelt met verschillende bands.

Waar staat Breda Jazz Festival voor jou voor?
“Vooral de laatste jaren is het gezellig, groot en toch ook chaotisch. Maar de sfeer is goed, ook achter de schermen. Iedereen komt er graag. Je komt er muzikanten tegen die elkaar wel kennen, maar die elkaar jaren niet hebben gezien of nog nooit met elkaar gespeeld hebben. Daar ontstaan mooie dingen uit.”

Waarin verschilt Breda Jazz met andere evenementen?
“Voor mij is dit het feest der herkenning. Omdat ik toch een jongen uit de buurt ben is dit mijn territorium. Dat is voor mij belangrijk. Ik heb ook gespeeld in Groningen en Dordrecht en daar zullen muzikanten over hun festival hetzelfde zeggen.”

Wanneer trad je voor het laatst op bij Breda Jazz Festival en ben je veranderd als muzikant sindsdien?
“Ik speel ieder jaar op het Jazz Festival dus afgelopen jaar was mijn laatste optreden. Ik doe elk jaar wat anders, dat spreek ik ook met de organisatie af. Ik maak het me zelf niet te gemakkelijk. Of ik zelf ook veranderd ben sindsdien? Ik verander elke dag. Ik speel elke dag zes tot zeven uur gitaar en neem overal wat hapjes van. Muziek is voor mij net tapas. Ik ben nog als een kind in de snoepwinkel.”

Kun je iets vertellen over het optreden dat je gaat geven tijdens het Jazz Festival?
“Op donderdag opnemen we min of meer het festival op het Kerkplein met Double Brown, dat is deels de oude bezetting van The Crew, met mijn zus en mijn zwager. Da’s echt een vriendenband. Daarmee spelen we soulvolle blues met jazzinvloeden, zo kun je dat wel noemen. Op zaterdag speel ik met Walter Lavent in Publieke Werken, da’s meer bluesrock, maar dan met verrassende wendingen, ook voor ons zelf. Op zondag sluit ik zoals altijd af in De Beyerd met het Schemerkelktrio en Stella Domazos. Dat is een beetje Django-achtig. Da’s voor mij altijd een hele mooie afsluiting. Veel te druk, iedereen kwebbelt er doorheen tot irritatie van onszelf af en toe, maar gewoon leuk om te doen.”

Wat is de grootste misvatting die mensen hebben over jazz?
“Da’s moeilijk. Mensen die in vrije muziek spelen gebruiken hun hersens op een andere manier qua ritme en beweging. Dat is lastig te pruimen als je dat niet gewend bent. De grootste misvatting is dat het niet begrepen wordt. Wat dat betreft is het net als abstracte kunst. Mensen die dat niet snappen, vinden er ook niets aan. Dat is niet erg, dan moet je als muzikant én als toeschouwer niet boos worden, maar gewoon weer je eigen weg vervolgen.”

Welke artiest zou iedereen sowieso moeten gaan zien en horen dit jaar op het festival?
“John Engels. Die man is een monument. Zaterdag allemaal naar de Spiegeltent. Voor wie hem niet kent. Engels heeft een Bird-award ontvangen, acht Edisons, speelde als drummer samen met alle grote namen in de jazz. Die man heeft geschiedenis geschreven. Als je die kunt zien, moet je zeker gaan.”
“En natuurlijk mijn maatje Fernando Lewis.”