'Onderzoek naar steun onafhankelijke Bredase media'

BREDA - D66, Volkspartij Breda en Trots hebben woensdagavond een voorzet gegeven voor mogelijke steun aan onafhankelijke journalistieke lokale media. Aanleiding is het steeds kleiner wordende lokale medialandschap.

Voorafgaand aan de discussie over de bespreeknotitie maakte inspreker Thomas Bruning, secretaris van journalistenvakbond NVJ zich hard voor dergelijke steun. “Het zou mooi zijn als Breda een voorloopstad is, met een innovatiemodel.” 

Bruning zou steun niet als permanent zien, maar in elk geval voor een overgangsperiode in een tijd waarin nieuwsmedia worstelen met hun verdienmodel. Op vragen van Basile Lemaire (Volkspartij Breda) verwees hij naar de jaren negentig. “Lokale journalistiek is een publieke functie. Die werd succesvol commercieel uitgevoerd. Toen ook de kleintjes en de personeelsadvertenties via de krant liepen. Dat is veranderd. Betekent niet dat de vraag weg is, maar dat het model niet meer exploitabel is.”

In zijn pleidooi benadrukte dat een fonds, of steun via het Deense model, waarin media naar rato van hun redactiebegroting een vast extra bedrag krijgen, voor een aantal jaren zou moeten zijn. “Voor alle partijen die journalistiek onafhankelijk actief zijn, voor BN DeStem, BredaVandaag, maar ook initiatieven die nu nog niet bestaan.”

Een waarschuwing voor de raad had hij wel. “De kern is dat u er zich niet zelf mee gaat bemoeien. Een fonds moet op afstand van de raad staan, in een commissie. Geen inhoudelijke afwegingen of dat op een Telegraafmanier of NRC-manier gebeurt, maar zorg voor continuïteit. Hou de criteria objectief. Of het geld niet in de zakken van de aandeelhouders verdwijnt. Maar bemoei je niet met de inhoud, zoals het in de Tweede Kamer over Lingo gaat. Voer die discussie niet in deze zaal.”

Ook in de discussie tussen de fracties naar aanleiding van het bespreekstuk kwam de zorg over onafhankelijkheid naar voren. Eddie Förster (VVD) is geen voorstander van overheidsbemoeienis. “Toch zet het betoog van de inspreker mij tot nadenken.”

De VVD toonde zich bereid om samen met de andere raadsfracties de mogelijkheden en noodzaak van een lokaal mediafonds te onderzoeken. De SP  was uitgesprokener: “We winden dat we het kunnen hebben over een stimuleringsfonds om publiek private bedrijven te steunen, maar wel op regionaal niveau.” Daar zag Bruning nog wel een hobbel. Hij waarschuwde voor de valkuil van het zoeken naar een oplossing voor een grotere regio. “Ik ben bang dat het dan in schoonheid sterft”, verwees hij naar de bureaucratie.

Verantwoordelijk wethouder Marianne de Bie (D66) stond niet afwijzend tegenover de gedachte achter de notitie. “Ik herken de dilemma’s over onafhankelijkheid, pluriformiteit, publieke functie en het wel aan de markt over laten. Laten we kijken wat de achterliggende vraag is.” Zij sprak van een ‘breed gedragen gevoel van urgentie’. “We zouden hier goed over moeten doorpraten en dan met een stevigere notie terugkomen, met meer koers.”

Overigens had Bruning wel een suggestie die ook gehoor vond: “Een alternatief kan ook zijn: kijk goed naar het communicatiebudget van de gemeente, breng reclameuitingen ook onder bij de onafhankelijke media, naast Facebook.”