Afbeelding
Hans van Agt

Syrische statushouders blijken enthousiaste ondernemers

Algemeen

BREDA - Een taalschool, een ecologische carwash, een cateringbedrijf en een restaurant. Verschillende ondernemingen, toch hebben ze veel gemeenschappelijk. Ze zijn onlangs gestart én ze hebben een Syrische eigenaar. Toeval of is er meer aan de hand?

Een aantal van deze ondernemers is als statushouders bij The First Step To terechtgekomen. Allen hebben ze een bedrijf gehad in Syrië. “Daar wordt wel op geselecteerd”, vertelt Hans van Agt, die als businesscoach betrokken is bij een aantal van de nieuwkomers. Hij herkent de eigenschappen die belangrijk zijn voor een ondernemer. “De mensen die ik heb meegemaakt zijn hele sterke, veerkrachtige mensen, punctueel. En daarnaast ook heel netjes en fijn in de omgang”.

Een voorbeeld van een Syrische ondernemer is het onlangs gestarte cateringbedrijf Emissa, opgezet door de familie Fathalla. “Zij zijn Syrische vluchtelingen en hebben een samenwerking gestart met het Belcrumhuis. Hier kunnen ze gebruik maken van de keuken. Ze willen naast catering ook maaltijden maken voor ontmoeting met de buurt. Ze hebben ondertussen de eerste opdrachten al binnen”, vertelt Van Agt.

Ook de ecologische carwash die sinds deze week te vinden is op het parkeerterrein bij Avans Hogeschool is hier een geslaagd voorbeeld van. “Er is eerst gezocht naar investeerders. De ondernemers hadden ook een heel businessplan geschreven en hebben dit gepitched. Helaas lukte het niet om financiering te verkrijgen”, vertelt Van Agt. Bij Mols parking mochten ze beginnen, maar hier was geen vergunning voor een overkapping (tent), dus zijn ze verhuisd naar Avans. “Dat sluit ook erg goed aan omdat zij een programma voor groen hebben.”

‘De Beste School’, een taalschool, opgericht door Ahed Samkari is pas recent gestart, maar heeft nu al vestigingen in verschillende steden. “Het mooie van First Step To (het bedrijf dat nieuwe statushouders helpt bij hun onderneming) is dat we blijven ondersteunen, bijvoorbeeld op financieel en administratief gebied. Snel groeien betekent niet per se dat het goed gaat”, aldus Van Agt.

Een ander mooi voorbeeld is Ibrahim Alzoubi. Hij woont sinds drie jaar in Nederland en spreekt ondertussen goed Nederlands. Een aantal maanden geleden opende hij zijn eigen restaurant ‘Bloem van Damascus’ aan de Ginnekenweg. “Ik heb al bijna 20 jaar werkervaring als chefkok, net zoals mijn twee broers waar ik mee samenwerk. Ik heb eerst een restaurant gehad in Syrië, maar die ben ik kwijtgeraakt door de oorlog. Daarna een in Dubai, en later in Libië, maar daar was geen overheid, vertelt Alzoubi.”

Toen hij in Nederland aankwam, kon hij moeilijk werk vinden, omdat hij geen Nederlandse restaurant ervaring had. “Dus ik dacht, ik kan het beter zelf doen.” Hij hoefde het gelukkig niet helemaal alleen te doen. “Ik heb hulp gekregen van vluchtelingenwerk in Waalwijk om te beginnen, want ik wist helemaal niets van de regels in Nederland, zegt de restauranteigenaar.” De eigenaar van het pand is Peter Elbertse. “Die staat ook altijd heel erg open voor dit soort initiatieven”, besluit Van Agt.