Handhaving in de binnenstad, foto ter illustratie
Handhaving in de binnenstad, foto ter illustratie Foto: Perry Roovers

Bredase boa’s mogen voortaan handhaven op lichte verkeersovertredingen

Door: Hanneke Marcelis Algemeen

BREDA - Breda boa’s mogen vanaf 10 januari voortaan handhaven op drie lichte verkeersovertredingen door fietsers en voetgangers. Breda doet namelijk mee aan de pilot Verkeershandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Boa’s mogen tijdens de pilot boetes uitschrijven aan fietsers die rijden zonder licht, door rood rijden of fietsen met een telefoon in de hand. Ook voetgangers die door rood lopen kunnen een boete krijgen.

De eerste pilot Verkeershandhaving draait sinds 8 februari 2021 in Utrecht. Vanwege de positieve evaluatie is besloten om de pilot uit te breiden naar vijf andere gemeenten. Meer dan twintig gemeenten meldden zich aan. Uiteindelijk zijn Harderwijk, Venlo, Zaanstad, Schouwen-Duiveland en dus ook Breda geselecteerd voor deelname aan de pilot.

Wethouder Boaz Adank (Leefbaarheid en Veiligheid), is blij met de deelname van Breda aan de pilot. “Zoals ook in het bestuursakkoord staat, heeft verkeersveiligheid in de stad en kerndorpen onze prioriteit. Dat betekent dat we onder meer onze straten en wijken veiliger inrichten. Daar stopt het echter niet. Dankzij de deelname van onze handhavers aan deze pilot kunnen we actief op straat de verkeersveiligheid verhogen. Hierbij werken we nauw samen met de andere vier gemeenten, het ministerie en de politie.”

Lichte verkeersovertredingen
De Bredase boa’s gaan in het verkeer letten op het handheld telefoongebruik op de fiets, het negeren van rode verkeerslichten door voetgangers en fietsers en fietsen zonder of met de verkeerde verlichting. Na de evaluatie van de resultaten in de vijf pilotgemeenten wordt besloten of de verkeersovertredingen worden opgenomen in de zogenoemde ‘Domeinlijst I’. Dit zou betekenen dat boa’s permanent bevoegd zijn om bovengenoemde verkeersovertredingen met ongemotoriseerd rijdend verkeer te handhaven. Naar verwachting neemt het ministerie in de loop van 2023 hierover een besluit.