Afbeelding
Foto: Perry Roovers

Groep horecaondernemers wél voorstander van verruimde openingstijden: ‘Meerwaarde voor de stad’

Door: Bregje Kop Cultuur

BREDA - Een groep Bredase horeca- en cultuurondernemers ziet de verruiming van de sluitingstijden naar 06.00 uur wél zitten. Daarom komen zij met een gezamenlijk statement. De ondernemers zijn ervan overtuigd dat een meer divers aanbod op langere termijn van toegevoegde waarde is voor welk soort ondernemer dan ook. 

Vijf jaar geleden startte Localmotion een petitie voor een creatiever nachtleven, waarbij locaties en organisaties de kans krijgen om vrijer te ondernemen. Eén onderdeel daarvan was de verruiming van de openingstijden naar 06.00 uur. Gesprekken met het werkveld en pilots volgden. Niets leek de verruiming in de weg te staan. Maar er ligt nu tóch een negatief advies op tafel. Een groepje van (nacht)horecaondernemers, onder leiding van KHN, liet onlangs weten geen verruiming te willen in verband met de personeelstekorten. Ook de politie zou, om diezelfde reden, de verruiming niet zien zitten. 

In reactie daarop, maakt een groep voorstanders nu gezamenlijk een statement. Daarin verklaren zij, als horeca- en cultureelondernemers juist wél meerwaarde te zien in het verlaten van de sluitingstijden voor zaken die daar behoefte in hebben. “Uiteraard met heldere afspraken en kaders”, aldus horecaorganisaties. “In tegenstelling tot het ingenomen standpunt van de KHN vinden wij dat variatie in tijden en aanbod van toegevoegde waarde is voor een aantrekkelijker en creatiever Breda. Dit ongeacht of we zelf wel of geen gebruik van deze regeling willen maken.”

De voorstanders vinden dat je als horeca en/of cultuur ondernemer zelf verantwoordelijk bent voor de weg die je inslaat. “Daar dien je, net als in andere steden in Nederland, zelf je verantwoordelijkheid voor te dragen gepaard met de regels die hiervoor zijn. Dit door vrijheid in bedrijfsvoering, het kiezen van je doelgroep en je behoefte als ondernemer om tot een bepaalde tijd open te zijn.”

De horecaorganisaties zijn ervan overtuigd dat een meer divers aanbod op langere termijn van toegevoegde waarde is voor welk soort ondernemer dan ook. “Van alternatieve nachtclub tot feestcafé, van sterrenrestaurant tot broodjeszaak en van museum tot groots muziekfestival. Het draagt bij aan een aantrekkelijker leef- en vestigingsklimaat voor elke inwoner, jong en oud.”

Gemiste kansen
Eén van de initiatiefnemers van de verruimde openingstijden, Yorick Knijff, hoopt dat het idee niet definitief de prullenbak ingaat. “Ik wil nog eens benadrukken dat wij geen verruimde openingstijden willen voor de gehele horeca. Het gaat specifiek om nachthoreca die zich meer focussen op evenementen, andere doelgroepen en andere muzikale genres, met daaraan gekoppelde spelregels.”

Het zou volgens Knijff erg zonde zijn als er geen clubcultuur in Breda komt. “In Breda is er een groep jongeren die zich voedt met creativiteit, cultuur, alternativiteit, vrijheid, inclusie en expressie. Deze steeds groter wordende groep vindt zich thuis op plekken met gelijkgestemden, anders dan de ‘gevestigde’ orde. Men kleedt, uit en presenteert zichzelf ‘anders’ dan deze gevestigde orde gewend is en voelt zich daarom minder thuis in Breda. We zijn de stad waar we het samen moeten doen, maar tegelijkertijd zijn we ook de stad waar jongeren met een ringetje in hun oor eigenlijk amper welkom zijn in de nachtelijke horeca, omdat zij niet tot de doelgroep behoren.”

“Wat ons betreft lijkt het er sterk op dat de gemeente Breda de jongere doelgroep niet wil of durft te faciliteren. Uit de petitie van 2017 werd duidelijk zichtbaar dat de behoefte ontzettend groot is. Zo groot dat de raad nagenoeg unaniem enthousiast erover was. Vervolgens zijn er honderden uren in een succesvolle pilot gestoken, door experts, een werkgroep, organisatoren en ondernemers. Zo positief dat het een plek zou krijgen in het nieuwe horecabeleid. Helaas worden corona en de gevolgen daarvan gebruikt als struikelblok, terwijl de kennis er is om juist te innoveren. Men vergeet echter dat jongeren ook sterk onder de pandemie hebben geleden.”