Monumenttaal

Column

‘Ha collega. Om maar met de deur in huis te vallen: je was er bij zaterdag?’
‘Bij onze Open Monumentendag? Zekers. Breda -wij dus - heeft er een prijs voor gewonnen.’
‘Tuurlijk. De dag stond als een huis, toch?’
‘Helemaal! Maar goed, als de fundamenten kloppen, staat zo’n dag op de kaart. Dat kun je aan Breda - aan ons dus - wel overlaten.’
‘Ook het huis van Brecht op de KMA gezien? Mét stafkaarten. Steengoed, hoor.’
‘Ja. Er stond een orkest voor de deur. De sponningen vlogen er uit.’
‘En op de Grote Markt waren licht en geluid glashelder. Goed opgebouwde voorstelling!’
‘Dikke rijen voor het weeshuis. Dat kwam ook lekker uit de verf.’
‘Begijnhof nog gezien? Meidenkoortje dat klonk als een klok.’
‘Altijd het haantje, jij. Maar ik heb de watertoren beklommen. Met de trap. Ik was helemaal nokkie toen ik aankwam.’
‘Je hoeft het ook niet altijd op de spits te drijven, uitslover. By the way, in de Grote Kerk was ook fraaie muziek, schijnt het?’
‘Heeft een kennis van me een steentje aan bijgedragen. Torenhoge muzikale kwaliteiten, die jongen.’
‘Je kunt me het dak op met je muziek. Ik ging liever wat hapjes met bier wegmetselen tussen de middag.’
‘Dat past beter in je denkraam, ja.’
‘Die rode ballonnen waren trouwens een topidee, zeg!’
‘Ja, Breda lag een straatlengte voor op andere gemeenten.’
‘Een monumentale dag, kortom.’
‘Enfin. We hebben een stevige bodem gelegd voor het komende jaar. Maar kunnen we nu weer normaal praten, alsjeblieft?’
‘Doen we. We moeten ook niet overdrijven hier bij Cultuur.’
‘Laten we het eens hebben over de organisatie van Breda Photo 2010.’
‘Heel goed. Heb ik eigenlijk meer een klik mee.’
‘Pardon?’