De Big Funnel Man - Trechterman - is deze week door vandalen vernield. foto WIjnand Nijs
De Big Funnel Man - Trechterman - is deze week door vandalen vernield. foto WIjnand Nijs

Met het schaamrood op je tenen

Column

We kennen hem allemaal, the Big Funnelman. De grote, rode man met de trechter in zijn mond die ons begroet wanneer we Breda vanuit het zuiden naderen via de A27. Hij ligt al 11 jaar op de treden van het talud en steeds wanneer ik hem zie vraag ik me af waarom iemand een trechter in zijn mond zou willen hebben.

In eerste instantie ziet trechter-meneer er heel ontspannen uit. Lekker met zijn hoofd op een kussentje, in het gras en met zijn snoet in de zon. Zelfs zijn houding is alsof hij mooi egaal, en zonder strepen, bruin wil worden.

Wanneer je er echter iets langer naar kijkt, krijg je vanzelf pijn in je rug. Ga het maar eens proberen om zo te liggen, bijvoorbeeld op de trap van de Chassé parking. Daar liggen de treden ook wat verder uit elkaar en hebben een vergelijkbare helling. Stel je voor dat je met je hoofd op de bovenste trede ligt en je billen op de trede eronder. Laat vervolgens je armen en benen naar beneden hangen. Voel je het al? Je rug trekt vanzelf hol. Stel je dan ook nog eens voor dat je met een trechter in je mond ligt en dan kom je tot dezelfde conclusie als ik, namelijk dat het helemaal geen ontspannen houding is. 

Joep van Lieshout, de man achter trechter-meneer, heeft ooit eens gezegd dat iedereen zelf mag bepalen wat hij of zij ervan vindt. Ik heb eens een rondje gedaan langs vrienden en gevraagd wat zij denken dat trechter-meneer daar ligt te doen, en waar die trechter voor staat. Bijna unaniem zeiden de mannen dat het iets met bier te maken heeft ofwel, je vol laten gieten tijdens het Bredaose Carnaval. Mijn vriendinnen hadden gelukkig een iets bredere kijk op trechter-meneer, maar over het algemeen roept de trechter bij hen de associatie met eten op.

Een van mijn vriendinnen haalde haar schouders op en vroeg zich af of trechter-meneer misschien een trechter-kleuter is. ‘Wie zegt dat de trechter bedoeld is om iets naar binnen te krijgen? Misschien is het een kind dat hele grote bellen ligt te blazen naar de hemel.’ De eerstvolgende keer dat ik er langs reed, keek ik weer omhoog en ik wist zeker dat het geen kind is, zijn armen en benen zijn te lang.

Diezelfde dag besprak ik mijn trechter-meneer-vraagstuk met een andere vriendin. En zij kwam met een betere verklaring. Volgens haar is de trechter gewoon het tuutje van de mal. Haar theorie is dat trechter-meneer gegoten is en dat de trechter dus deel uitmaakte van het giet-systeem en dat hebben ze vervolgens lekker laten zitten. Op zich niet eens zo’n gek idee, alleen vind ik die gedachte dan wel een beetje sneu voor trechter-meneer, hij is niet af. Hoe zou trechter-meneer zich voelen, terwijl hij daar zo te kijk ligt voor al de automobilisten op de A27? Zou het te vergelijken zijn met hoe wij ons zouden voelen wanneer we op koopavond in ons ondergoed op de trap van de Chassé parking liggen? Ik denk dat ik volgende keer maar niet naar boven kijk want het schaamrood staat trechter-meneer niet alleen op zijn kaken maar zelfs op zijn tenen.