Luisteren, lachen en dichten onder de boom
NieuwsBREDA – Dichters op een podium. Luisteren naar hun eigen interpretatie, en voordracht. Tijdens het tweede literair zomerfestival Onder de Moerbeiboom schalden gedichten van onder meer Ted van Lieshout en Kees van Meel van het podium. Het festival duurde tot en met zaterdagavond.
De lach schalt over het binnenpleintje van de centrale bibliotheek. En een paar tellen later nog eens. “Je moest er even over denken”, beantwoordt dichter Ted van Lieshout de uitgestelde lach. Van Lieshout, tevens illustrator, houdt het deze zaterdag bij gewoon voorlezen. “Ik teken er ook wel eens bij, tijdens het dichten, op een flip-over.” Nu niet. Nu brengt hij werk uit liefst drie nieuwe boeken van hem, die afgelopen week verschenen.
Hij doet het met humor. Struikelt af en toe over zijn woorden – ‘dat hoort eigenlijk niet’, maar krijgt de lachers op zijn hand, met gedichten die veelal op kinderen zijn gericht. Veel alliteraties, veel herhalingen, grappige wendingen.
De Bredase stadsdichter Kees van Meel dicht anders, rijmt minder. Of eigenlijk niet. Hij leest onder meer voor uit zijn verzameling gedichten Niemandslanden, die hij deze dag officieel presenteert. Zijn werk roept beelden op. Stemt tot nadenken.
Zo doet elke dichter deze zaterdag zijn eigen ding. Soms samen met muzikanten. “Da’s is het leuke van zo’n festival”, zegt dichter Henk Knibbeler, die de optredens aan elkaar praat. “De interactie tussen dichters.” Tijdens de middag – tussen twaalf en vier – houdt het niet op met dichters alleen. Zo staat een aantal samen met een muzikant op het podium, zoals Yvonne Né, samen met saxofonist Frank van der Kooij.
En na het sluiten van de bieb dicht, verplaatsten de dichters zich zaterdagavond naar de afterparty in het Hijgend Hert. Knibbeler: “Met weer andere dichters.”
