foto Guido van der Kroef
foto Guido van der Kroef

'Als ik een kopje koffie wil ga ik wel naar de kroeg’

Economie

BREDA – Het besluit van de gemeente om detailhandel ook een kopje koffie te laten verkopen, kon dinsdagavond rekenen op aardig wat verzet van verschillende politieke fracties. Gelijke monniken, gelijke kappen, vinden zij.’ Als de boekhandel koffie mag verkopen, mag de kroeg ook een boek verkopen.’

“Als ik naar de kapper ga om mijn haar te laten knippen, dan hoef ik geen kopje koffie. Daarvoor ga ik wel naar de kroeg”, zo verwoordde SP-raadslid Joyce van der Sanden in de commissie Economie van dinsdagavond, waarin het nieuwe beleid ter sprake kwam. Van der Sanden stipte maar aan dat de nu ondergeschikte horeca toch op z’n minst dezelfde rechten zou moeten hebben als de detailhandel.

De onduidelijkheid heerste tijdens de commissie Economie. ‘Mag de boekhandel dan ook een wijntje of een biertje verkopen’, was de vraag. Het antwoord van de bedenker van het nieuwe beleid, VVD-wethouder Cees Meeuwis, was duidelijk: ‘Nee’. Natte horeca valt in onder een niveau horeca, categorie 3. “De retail mag hetzelfde als de horeca 1, bijvoorbeeld de tearooms en de koffiezaken. En andersom.”

Latte’s and Literature is het toonbeeld van het nieuwe beleid van Cees Meeuwis. Een zaak die zich spitst op literatuur, maar daarnaast een goede kop koffie verkoopt. “Het is precies wat we al zien gebeuren in de Bredase binnenstad”, zegt Jan Andrik, commissielid voor Breda ’97.

Wethouder Meeuwis beaamt dat. “Dit voorbeeld is al het geval in de horeca en de detailhandel”, zei Meeuwis.
“Het overlapt elkaar.” Meeuwis stelt graag als voorbeeld de kerk in Maastricht die door Selexyz wordt gebruikt als boekhandel, maar achterin een koffiehok heeft. “Dat is een toeristische attractie geworden.”

Het is dan volgens Meeuwis ook niet de natte horeca die wordt getroffen wordt, maar de droge horeca. “En dat si toch al zo.”