Breda wil extra aanpak drugscriminaliteit

BREDA – Het Bredase college van Burgemeester en Wethouders heeft bij justitie en politie om intensivering gevraagd van de opsporing van drugscriminaliteit. “Een drugsdelict is een aangifteloos delict; de bestrijding ervan vraagt vooral om opsporing’, aldus het college.

Dat blijkt uit antwoorden van het college van B&W op vragen van de VVD. Aanpak van de drugscriminaliteit en overlast heeft al jaren hoge prioriteit in Breda, stelt het college. In de bestrijding van drugscriminaliteit en -overlast ligt de focus op dit moment op de aanpak van drugsrunners en straathandelaren.

De VVD stelde op 2 mei schriftelijke vragen aan het college over wietkwekerijen en drugslaboratoria. De partij vraagt of het college het eens is dat het bestrijden van drugscriminaliteit een hoge prioriteit dient te hebben. Daarop antwoord het college: “De aanpak van de drugsproblematiek staat hoog op de agenda en blijft onze volle aandacht houden.”

De aandacht moet niet alleen gericht worden op problemen rond softdrugs maar zeker ook rond harddrugs, zegt het college. In dat verband verwijst het college naar het dumpen van afval van synthetische laboratoria in de provincie. “Meerdere burgemeesters, waaronder onze eigen burgemeester, hebben aangedrongen op meer opsporing van deze laboratoria.”

Het college is zich er wel van bewust dat de oproep om meer opsporing moet concurreren met andere ernstige delicten, die ook om inzet van de weinige opsporingsmiddelen vragen. “Daarom zetten wij ons in voor een zo effectief mogelijke aanwending van alle rechtsmiddelen, die de partners ter beschikking staan.”