Voeten: 'Niet beknibbelen op kwaliteit'

Economie

BREDA – Directeur Regiostimulering Marcel Voeten van de Kamer van Koophandel is een man van de lange termijn. Daar wijst hij andere partijen ook op tijdens deze recessie. Bijvoorbeeld bij Via Breda. “Het gevaar bestaat dat er beknibbeld gaat worden op kwaliteit.” Deel vier in een serie over de economie in Breda.

Eerder:
>> De markt ligt open voor Meeùs
>> Breda als opleider van de regio
>> Rewin wijst op voordelen West-Brabant
Kwaliteit moet boven alles staat, zo maakt Marcel Voeten duidelijk. “Je merkt nu dat de vraag anders is van bedrijven naar bedrijventerreinen. Maar de toekomst voorspellen is lastig. Je weet niet of de groei op korte termijn weer aantrekt tot twee of drie procent, of dat het langer gaat duren. Ik weet wel dat wanneer je pas weer over bedrijventerreinen gaat beginnen als de economie aantrekt, je te laat bent. Het ontwikkelen van een terrein duurt zeven tot tien jaar, zie de Bavelse Berg. Bij de aanleg van dit soort projecten moeten gemeenten anticyclisch te werk gaan, ook al neemt de vraag op dit moment af.”

Ook de ontwikkelingen rond Via Breda en het nieuwe station houdt hij nauwlettend in de gaten. Juist daar moet de lange termijn leidraad voor handelen zijn, meent hij, nu er vanuit het rijk weer kritisch naar de budgetten gekeken wordt. “Het nieuwe station is straks vijftig jaar of langer beeldbepalend voor de stad. Daar moeten we nu vol een kwaliteitssprong maken.”

Voeten weet dat de discussie losbarst in de periode dat een project loopt, zoals bij Via Breda. “Het CSM-terrein zou natuurlijk een prachtplek zijn geweest voor een hsl-station, met alle ruimte. Maar voor die gedachte was jaren geleden geen ruimte. Je kunt het maken van plannen niet blijven uitstellen.”

Als directeur regiostimulering – ‘de oudste taak van de KvK’ – zit Voeten aan bij meerdere overleggen en probeert met zijn achttien personen tellende afdeling pro-actief te kijken wat nodig is voor economische stimulering. “Zo bekijken we of bestemmingsplannen in het belang zijn van ondernemers en of de vestigingsklimaat aantrekkelijk is voor bedrijven. De verbreding van de A16 hebben we ons hard voor gemaakt.”

Terug naar Via Breda. “Daar hebben we ons uitgesproken voor bereikbaarheid van het station. Wij vinden dat er een goede tweebaansverbinding moet komen met het station, nog voordat het gebouw af is. Want als ik daar straks een half uur over doe om tussen het bouwverkeer door bij de trein te komen, dan rijd ik door naar Antwerpen.”

Zelf neemt de Kamer van Koophandel op meerdere vlakken het initiatief om de economie een zetje te geven. Er kwam een meldpunt voor bedrijven die problemen hebben met liquiditeit of vraaguitvaldoor de economische crisis. “Dan kijken wij of we iets kunnen doen. Daarbij heeft de kamer de beschikking over een netwerk van organisaties. En adviseert de Kamer over microkredieten tot 35000 euro, beschikbaar gesteld door economische zaken. Daarvoor hebben we sinds begin dit jaar 60 aanvragen gehad.”

Ander belangrijk punt noemt Voeten het belang van samenwerking. “Zeker bij innovatie. Je ziet steeds vaker dat je het alleen niet redt.” Een goed voorbeeld noemt hij Senseo, de samenwerking tussen DE en Philips. “Maar op die manier werkt het ook bij midden- en kleinbedrijf.”

De Kamer van Koophandel doet het zelf ook. “In de stimuleringsgroep Innovatie. Samen met het ROC, Avans, Rewin, Rabobank en de gemeente. Dat is een goed voorbeeld van hoe je samen sterker bent.”