‘Spelers beter maken, dat is mijn kracht’

NAC

In wielertermen gesproken, was de komst van Robert Maaskant naar NAC getelefoneerd. Het is er nu eindelijk van gekomen. Maaskant over het verwachtingspatroon, de speelwijze en wonen in Breda. Een interview in drie afleveringen. Vandaag deel 1.

BREDA - Aan de vooravond van de competitiestart tegen AZ heeft Maaskant het zichtbaar naar zijn zin bij de geel-zwarten. De Bredanaar voelt zich als een vis in het water. Ontspannen loopt de boomlange trainer door de catacomben, links en rechts nog wat aanwijzingen gevend. Ook tijdens het gesprek kan hij het niet laten. Anthony Lurling krijgt wat instructies omdat hij een groepstraining mist. “Kom straks even bij me, dan kan ik wat uitleggen.”

Is dat de frisse wind waar technisch-directeur Earnest Stewart het tijdens de persdag van NAC over had? En was dat nodig?
“Dat weet ik niet. Dat kan ik niet beoordelen. Ik heb natuurlijk mijn eigen werkwijze, en Leon Vlemmings is op het laatste moment vertrokken. Dat betekent dat vijftig procent van de begeleidingsstaf hier is veranderd en het er sowieso anders aan toe gaat. Mijn insteek is de spelers beter maken, dat is mijn kracht.”

De belangrijkste opdracht die je hebt gekregen, is NAC met een andere speelwijze het veld in te sturen. Waar zit hem dat in?
“In balbezit willen we meer vaste lijnen en we proberen verdedigend meer van de eigen goal te spelen. Dat geluid kwam ook vanuit de spelersgroep. Of dat uiteindelijk het gewenste effect heeft, weet je niet. Daar komt ook een geluksfactor bij kijken. We beginnen niet fit aan dit seizoen, ik mis vijf potentiële basisspelers die de start van de competitie niet halen. De eerste elf die overblijven die hebben voldoende in huis.”
De combinatie van de klassering van vorig seizoen en de wens om vooral thuis anders te spelen, zit de trainer niet helemaal lekker.
“Dat is een beetje raar naar buiten gekomen. De club was heel tevreden over het resultaat.”

De derde plaats van vorig seizoen, geeft die extra veel druk?
“Het is voor iedereen duidelijk: niemand zet NAC op de derde plaats, nu niet en ook vorig jaar niet. De zogenaamde kenners gingen voor Twente en Heerenveen. NAC heeft gewoon een uitzonderlijke prestatie geleverd. En als fans mij zeggen dat we dit jaar eerste of toch in elk geval tweede worden, dan geef ik ze gelijk. Maar ook zij weten wel dat dat niet realistisch is.”

Een lange lijst clubs speelt mee om dat linkerrijtje. Je zult veel geluk moeten hebben om bij die eerste negen te eindigen. Heb je als trainer wel enige invloed op dat resultaat?
“Dat valt mee. Ik richt me op het beter maken van spelers. En op het veranderen van de speelstijl. Daar ligt mijn taak. Vooral tegen kleinere ploegen willen wij dominanter spelen, al ben ik me ervan bewust dat daar ook wel eens mindere wedstrijden tussen zullen zitten.”

Morgen aflevering 2: ‘Het Bredase publiek wil strijd, beleving, vuile shirts’