De Baron van 't Ginneken en de prinsen van Baviaonenland, Totdenringen, Giegeldonk, 't Aogje, Bosuilendorp, Boemeldonck en 't Kielegat spraken de gemeenteraad toe.
De Baron van 't Ginneken en de prinsen van Baviaonenland, Totdenringen, Giegeldonk, 't Aogje, Bosuilendorp, Boemeldonck en 't Kielegat spraken de gemeenteraad toe. Stadsfotograaf Breda

Eerste carnavalsraad: Leut met een serieuze ondertoon (foto's)

Cultuur

BREDA - Het is waarschijnlijk zelden zo druk geweest in de raadszaal als tijdens deze eerste Kielegatse carnavalsraadsvergadering dinsdagavond. Op uitnodiging van burgemeester Paul Depla kregen alle leutvorsten vijf minuten spreektijd. Daarin gingen leut en ernst soms hand in hand. “Want hoe gaat het met onze bouwschuren”, sprak menig vorst.

Met een glas spa achter het spreekgestoelte. Dat was even wennen voor de verschillende vorsten. Zoals het voor sommigen ook even aftasten was naar de juiste toon en vorm. Maar iedereen kreeg na zijn maidenspeech een welgemeend applaus.

'Let's make Ginneken great again'
Baron Charles le Dernièrre du Moment van ‘t Ginneken beet het spits af met een bij vlagen hilarisch verhaal. “Let's make Ginneken great again”, stelde hij, waarna hij een motie indiende om de anexatie van ‘t Ginneken ‘en de andere gewesten’ terug te draaien. “We leven niet in een prinsdom, maar in de Baronie van Breda, we hebben geen vv prinsendom”, gaf hij als doorslaggevende argumenten. Daarnaast: “Ik heb hierover even contact gehad met Prins Donald d'n eerst en hopelijk de letste.”

Meer foto's van de carnavalsraad

Prins Antonîus van Giegeldonk vroeg zich af hoe burgemeester Depla dat doet, de 361 dagen dat hij de stad bestuurt. “Vier dagen carnaval is te doen, maar hoe doet u dat? 361 dagen bier drinken.”

Antonîus verwees naar de bouwschuren. “Laat de bouwers aan het Hekven niet in de steek. Leg geen hobbels op de weg, maar neem ze weg”, verwees hij naar de complexe aanvraag voor evenementen. “We hebben geen doorlopende evenementenvergunning.”

Motie van wanorde
Prins Babbelonius van ‘t Aogje diende een motie van wanorde in. Waarvoor? “Da witte dikkels nie”, haalde hij geregeld het motto aan. Hij stak de draak met het Kielegat in zijn betoog waarom de annexatie 75 jaar geleden een misverstand was. “ Het Haagje was velen malen groter. Kielegat, komt van gat. Een achterlijk dorpje volgens Van Dale, da witte dikkels nie, maar dan wittet nu.”

“Burgemeester Deplabla”, grapte hij. Die annexatie moet een carnavalsstunt zijn geweest. 75 jaar is het Aogje nodeloos in zijn greep gehouden”, waarop hij de reservesleutel overhandigde, niet voor een annexatiefeestje maar voor een bevrijdingsfeestje in ‘t Aogje.

Prins Dionisius de 51e van Boemeldonck werd door de stadsomroeper luidruchtig en langdurig aangekondigd. Die wilde eerst wat checken bij Depla. “Ik kan me voorstellen dat u wilt weten, aan wie u de sleutel overhandigt”, stelde hij. Waarbij Depla op geheel eigen wijze Dionisius verhaspelde. “U moet eens weten hoe ik de raadsleden af en toe het woord geef”, kaatste Depla.

Op luchtige wijze checkte hij wat zaken. Of de optocht met 40.000 of misschien wel 60.000 bezoekers niet bij de grote evenementen van de stad behoorde. En vervolgens kregen alle raadsleden een hoedje van papier, verwijzend naar de strijd die Prinsenbeek heeft moeten leveren om de papierinzameling te behouden.

Wat gaat uw carnavalesk nalatenschap zijn?

Prins Nillis dun irste van Totdenringen refereerde vooral aan de serieuze zaken. De hindernissen die de organisatie in het dorp ervaren als het gaat om bouwschuren, leges en vergunningen. “Dadelijk moet we onze prinsenwagen buiten laten staan. Dat kan toch niet”, vroeg hij zich hardop af.

Ook Prins Ad de Zestiende van Bosuilendorp haakte daar op aan. “De Pekhoeve, de huur is niet op te brengen voor een rendabel carnaval. En wij vragen om soepele hanteren van de geluidsregels, zodat er goed carnaval gevierd kan worden.” Daarnaast maakte de Prins nog een vileine grap naar prins Daan. “Met gepaste jaloezie kijken wij naar Kielegat, Kielegat”, richtte hij zich tot zijn collega. “Eigenlijk bende maar een Prins van het restje. Maar ge hoort er ook bij, Daan. Als gelijke.”

Prins Daan, kreeg van Depla het ‘letste woord’. “Wat gaat uw carnavalesk nalatenschap zijn?”, vroeg hij aan Depla. Om vervolgens op ludieke wijze de plannen voor vier verschillende kliko’s op de hak te nemen, evenals de stop op het verbranden van de kerstbomen. Hij loofde het straatcarnaval. En sloot af met een verwijzing naar saamhorigheid, zoals ook zijn collega’s dat al deden. “Laten we proosten op Breda, de BCV, het leven en de liefde en het Kielegat. Proost!”