Rithmeesterpark
Rithmeesterpark Foto: Gemeente Breda

Breda gaat bedrijventerreinen toekomstbestendig maken

Politiek

BREDA - Breda gaat bedrijventerreinen toekomstbestendiger maken. Daarnaast moeten er aan de rand van de stad ook een aantal nieuwe bedrijventerreinen bijkomen. “Zij zorgen voor werkgelegenheid voor de inwoners van onze stad en regio en vormen de ruggengraat van onze economie.”

Breda wil een sterke en veerkrachtige stad zijn; voorbereid op de toekomst. “Naast voldoende woningen en aantrekkelijke voorzieningen, willen wij daarom ook zorgen voor voldoende en passende ruimte voor onze bedrijven en instellingen”, aldus het college. “Zij zorgen voor werkgelegenheid voor de inwoners van onze stad en regio en vormen de ruggengraat van onze economie. Onze bedrijventerreinen huisvesten veel bedrijven. Bedrijven die vaak niet te mengen zijn met andere functies, omdat ze bijvoorbeeld in een woongebied te veel overlast zouden veroorzaken. Onze bedrijventerreinen dragen voor ruim een kwart bij aan onze werkgelegenheid en vormen zo de motor van onze economie. Juist voor de bedrijven die zich op een bedrijventerrein willen vestigen is de ruimte schaars, nu veel binnenstedelijke bedrijventerreinen transformeren naar woongebieden. Daarom werken we aan de realisatie van nieuwe terreinen aan de randen van ons stedelijk gebied en zetten we vooral in op het beter benutten van onze bestaande bedrijventerreinen. Zo willen we ook werkgelegenheid dicht bij onze woongebieden houden. Breda gaat haar bedrijventerreinen toekomstbestendig maken.”

Toekomstbestendig 
Bij het toekomstbestendig maken van Bredase bedrijventerreinen ligt de focus van de gemeente op twee thema’s: het beter benutten van de ruimte op bestaande terreinen én het op orde houden van de basisvoorwaarden voor bedrijventerreinen (schoon, heel, veilig, gezond en georganiseerd). Ook bereikbaarheid, energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie hebben in het plan van de gemeente een plaats. “Er komt bijvoorbeeld een apart plan van aanpak voor de energietransitie op bedrijventerreinen”, aldus het college.” Bijzondere aandacht vraagt het acute probleem van de transportnetwerk schaarste op de bedrijventerreinen. Op piekmomenten zijn de vraag en het aanbod van energie te hoog, waardoor het systeem vastloopt. Niet alleen voor de zittende bedrijven leidt dit tot problemen. Nieuwe bedrijven die zich willen vestigen, krijgen geen aansluiting meer op het stroomnetwerk. In pilots gaan we, samen met ondernemers en de netwerkbeheerder op zoek naar slimme oplossingen om het energiesysteem op de bedrijventerreinen draaiende te houden.”

Nieuwe bedrijventerreinen
Naast het toekomstbestendig maken van de bestaande bedrijventerreinen, is ook de ontwikkeling van nieuwe locaties hard nodig. De nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen zijn: Steenakker-Noord, Frankenthalerstraat, Rithmeesterpark Fase II en Bavel. Een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van Steenakker-Noord is de aansluiting op de Noordelijke Rondweg. “Momenteel wordt gewerkt aan een modellenstudie.’

Voor de Frankenthalerstraat wordt een ontwikkeling voorzien als stedelijk werkmilieu met gemengd werken en voorzieningen. “We onderzoeken de mogelijkheden om in dit gebied een aantal uitvoerende gemeentelijke diensten te vestigen.” Bij Rithmeesterpark Fase II wordt ingezet op de sector agrotech. “Dit is ook in het bestuursakkoord vastgelegd.” 

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de Gebiedsvisie Bavel 2040, waarin ook het bedrijventerrein terug komt. “Realisatie van dit terrein is onder andere afhankelijk van de dan geldende marktomstandigheden, maar ook van zaken als de toekomstige aanpassing van de A58”, aldus het college. “Kortom, de toekomstbestendigheid van bedrijventerreinen omvat veel facetten die met elkaar samenhangen. We gaan als stad de komende tijd verder groeien. Onze huidige en nieuwe inwoners willen ook ergens werken. Daarbij spelen de bedrijventerreinen een belangrijke rol. Dat betekent dat de basis op orde moet zijn en we de bestaande ruimte nog beter willen benutten. Dat kan alleen als we schuifruimte hebben en die ontbreekt nu. Dat vraagt dus om parallel ook aan de slag te gaan met nieuwe bedrijventerreinen.”